Welkom op mijn blog!

Op deze blog vindt u enkele interessante mogelijkheden over ICT- en mediagebruik in functie van de lagere school!

vrijdag 30 januari 2009

Screencast Windows Movie Maker


Voor mijn innoverend project werk ik rond media. Ik werk voor ieder leerjaar een project uit waar een halve dag gewerkt wordt rond media.

Ik vernam van de leerkrachten van het 6de leerjaar dat de leerlingen geïnteresseerd zijn in het maken van films. Daarom heb ik ervoor gekozen om de leerlingen van het 6de leerjaar de kans te geven om te experimenteren met beeldfragmenten. Ze mogen kennismaken met het programma 'Windows Movie Maker'.

In het 6de leerjaar is mijn uitgangspunt 'Soap'. Soap is een genre dat we elke dag op de televisie kunnen zien. Spring, Thuis, Familie, Mooi en Meedogenloos... het zijn allemaal erg toegankelijke programma's.
Ik zorg voor een hoekenwerk waar de leerlingen in zes verschillende hoeken kunnen werken.
- hoek 1: ontdekken van soapkenmerken
- hoek 2: kader (de leerlingen mogen zelf filmen)
- hoek 3: montage
- hoek 4: geluid en licht
- hoek 5: beeldbewerking
- hoek 6: een flipboekje

Zoals je merkt, is er een hoek waar de leerlingen zelf filmen en een hoek waar ze monteren. Om praktische redenen hebben ze niet de mogelijkheid om met hun eigen beeldmateriaal aan de slag te gaan. Dat is jammer, maar daarom heb ik voor een alternatief gezorgd. Ik ben naar de ankerschool gegaan met een filmcamera in de aanslag en ik heb een aantal momenten gefilmd. De leerlingen kunnen in hun groepje met die beeldfragmenten aan de slag om te monteren. De leerlingen werken per 2 of per 3 aan één laptop. Bij deze hoek is er permanent een begeleider aanwezig.

Er wordt stapsgewijs gewerkt. Er zijn zes screencasts om te bekijken. Na het bekijken van de screencast, voeren de leerlingen zelf uit.
De leerlingen kunnen de uitleg lezen op een fiche, bekijken via een screencast en ze kunnen hulp vragen aan de begeleider. Op die manier differentieer ik naar leermethode. De leerlingen krijgen de kans om op drie manieren te leren. Ze kunnen kiezen voor één methode of ze kunnen meerdere methodes combineren.

Ik ben alvast nieuwsgierg wat de leerlingen ervan zullen vinden dat ze zelf aan de slag mogen met beeldmateriaal. Ik ben er mij van bewust dat het niet gemakkelijk zal zijn, maar ik zie het als een uitdaging voor mijzelf en voor de kinderen.

Hieronder vindt u de fiche die gebruikt wordt bij de hoek montage.
Hoek 3

Hieronder vindt u de screencasts.










maandag 19 januari 2009

Sensibiliseringscampagne: cyberpesten

Ik wou graag een sensibiliseringscampagne uitwerken rond ‘Cyberpesten’.
Het is belangrijk dat cyberpesten deel uitmaakt van het pestbeleid van de school. Zeker omdat uit onderzoek blijkt dat de pester en de gepeste elkaar meestal kennen via school. Ik was geraakt door het stuk rond cyberpesten in het boekje ‘Veilig online. Tips voor veilig ICT-gebruik op school’. Toen ik ook nog een artikel in de krant las over ‘Cyberpesten’, was het voor mij duidelijk dat cyberpesten ook in de lagere school bespreekbaar moet gemaakt worden.

  • Ik heb ervoor gekozen om te starten met een lesje Nederlands, waar leerlingen mails leren lezen en begrijpen. Ze bekijken de mails en bespreken of het gaat om een pestmail of niet. Je verdeelt de klas hiervoor best in 8 groepjes. Er zijn 4 mailtjes en het is best dat er telkens 2 groepjes dezelfde mail krijgen om te bespreken. De mails zijn niet allemaal even duidelijk te klasseren als ‘pestmail’. Het is dus mogelijk dat het ene groepje de mail als pestmail ziet en de andere groep de mail als grap/ gewone mail. Hier kan dus een interessant gesprek over gevoerd worden. Ik kies om hiermee te beginnen, omdat dit er zal voor zorgen dat de leerlingen nog niet ‘bevooroordeeld’ zijn. Als er vooraf al veel gezegd is rond cyberpesten zullen ze de mails meer ‘zwart-wit’ bekijken en ze sneller als pestmail zien zonder er over na te denken. Er zal dan minder kans zijn om tot een interessant gesprek te komen binnen een groepje.
  • Daarna wordt er een filosofisch gesprek gehouden rond (cyber)pesten. Dit kan plaatsvinden in de les godsdienst.
  • Om af te ronden laat ik de leerlingen een affiche ontwerpen in de les beeldopvoeding. Het is een affiche tegen cyberpesten.
De handleiding voor de leerkracht en de werkbundel voor de leerlingen vindt u hieronder terug.
Handleiding voor de leerkracht

Werkbundel voor de leerlingen

zondag 18 januari 2009

Rekenspelletjes

In het eerste leerjaar werkte ik een een rekenhoek uit rond het thema 'Sprookjes'.

Ik maakte een memory en een domino met de hoeveelheden en getallen tot en met 10.
Je kan voor de memory en de domino het onderstaande document gebruiken. Voor de domino zorg je ervoor dat de hoeveelheid en het getal aan elkaar blijven als je het verknipt, bij de memory zijn de hoeveelheden en getallen afzonderlijke kaartjes.




Ik zorgde ook voor een rekenspel. Hiervoor heb ik een spelbord gemaakt en opdrachtkaartjes.
Als je op de kabouter, heks of boze wolf komt, moet je een opdrachtkaartje nemen met daarop een kabouter/heks/wolf en de opdracht uitvoeren.
De kabouter: hoeveel paddenstoelen staan er?
De heks: er staat een hoeveelheid eikels, jij moet er 1 meer, 2 meer, 1 minder, 2 minder of evenveel tekenen.

De boze wolf: bij deze les wil de boze wolf zeggen dat je 2 hokjes achteruit moet gaan. (In later hoekenwerk kan de boze wolf staan voor het oplossen van een rekensom, optelling of aftrekking. (Aangezien ze leren optellen en aftrekken gedurende de stage en het hoekenwerk op de eerste dag van de stage valt, wordt dit nog niet gedaan, de week erna kan er geen hoekenwerk zijn, omdat de leerlingen naar het toneel gaan.)

De opdrachtkaarten van dit spel kunnen aangepast worden naargelang de leerlingen verder in het jaar komen en tot 20 kunnen rekenen.


Het sprookjesbos

Deze werkbundel voor wero heb ik gemaakt naar aanleiding van mijn stage in het eerste leerjaar.
Het is een bundel rond het thema 'het sprookjesbos'.
Er staan liedjes en gedichtjes in en er wordt ook aandacht besteed aan de kenmerken van sprookjes.

Leerkrachten en leerlingen mogen (geen) vriendjes zijn op Facebook


Het artikel met de titel "Leerkrachten en leerlingen mogen (geen) vriendjes zijn op Facebook" las ik op de website van De Standaard op zaterdag 17 januari:

Het artikel:
'Met een leerkracht Nederlands tussen hun virtuele vrienden letten de jongeren meer op hun taalgebruik', zegt leraar Nederlands Geert Colpaert.

De directrice van een Waalse school vroeg haar leerkrachten alle virtuele vriendschappen met leerlingen via Facebook te verbreken. Onzin, vinden communicatiespecialisten en onderwijzers. 'Laat ze voelen dat hun leerkracht Nederlands meeleest, dan letten ze op hun cybertaal.' 'We weten dat meneer Colpaert een vriendin heeft. Dat hij in de eindejaarsperiode geregeld veel te lang in zijn bed heeft gelegen. En dat hij afgelopen weekend is gaan kajakken met een collega.' Aan de uitleg van Arno De Cort en Sharon Colleman (beide 18) te horen, heeft hun leerkracht Nederlands Geert Colpaert geen geheimen voor hen. Colpaert is via de sociale netwerksite Facebook met ruim dertig van zijn leerlingen bevriend. 'Mijn profiel, met persoonlijke gegevens en favorietenlijstjes is eigenlijk te gedetailleerd', geeft de leraar aan de Vrije Handelsschool Broeders in Sint-Niklaas toe. 'Anderzijds let ik erop wat ik publiceer. Ik zal nooit melden wat me emotioneel diep raakt.' De leraar Nederlands heeft het geluk dat hij niet zo'n strenge directeur heeft als die van een school in het Waalse Bergen. Zij heeft haar leerkrachten gevraagd geen leerlingen toe te laten tot hun Facebook-profiel, omdat ze dat 'deontologisch ongepast' vindt. Kristof De Lange, leerkracht wiskunde en economie aan de Handelsschool, begrijpt dat standpunt. 'In de klas ben ik de leraar en zijn zij de leerlingen. Door joviaal en amicaal om te gaan met elkaar op Facebook - waar iedereen elkaars gelijke is - vervaagt die grens. En dat taalgebruik van hé en yo : daar zou ik me aan storen.' Zover komt het niet, ervaart collega Geert Colpaert. 'Met een leerkracht Nederlands tussen hun virtuele vrienden letten de jongeren meer op hun taalgebruik. Als ik al eens een dialectzinnetje lees, reageer ik, ook in de streektaal. 's Anderdaags komen de leerlingen me schoorvoetend vragen: Je hebt dat dialect gelezen, je vindt dat toch niet erg? Eerlijk gezegd, mij maakt het niet uit.' Volgens Colpaert geeft Facebook de relatie leerkracht-leerling net een meerwaarde. 'Een onderwijzer moet niet alleen kennis doorgeven, hij moet jongeren ook bewustmaken van hun kwaliteiten en hen vormen tot autonome wezens. In dat proces zou het een pover teken zijn dat je het vriendschapsverzoek van een leerling negeert.' Mariek Vanden Abeele van de School voor Massacommunicatieresearch van de KU Leuven vindt dat leerkrachten leerlingen gerust mogen aanvaarden op Facebook, zolang ze 'zorgvuldig omspringen met wat ze vrijgeven. Maak desnoods naast je normale profiel een tweede aan, specifiek voor leerlingen. Vermeld daarop geen thuisadres of telefoonnummer om te vermijden dat studenten je storen in je privéleven. Ook compromitterende foto's laat je best achterwege.' Zo beseft een Australische leerkracht nu pas wat een onkuis kiekje op Facebook kan teweegbrengen. Hij stond bijna naakt op Facebook met het bijschrift 'Zuig maar aan de lolly van de leraar'. Het incident wakkerde het debat aan over de delicate grens tussen de voorbeeldfunctie van leraars en hun privéleven. Intussen heeft de inrichtende macht van de school in Bergen de instructie van de directeur 'in naam van de individuele vrijheden' tenietgedaan.

Eigen mening

Ik vind het geen goed idee om met je leerlingen contact te houden via Facebook.
Het lijkt mij moeilijk om de klik te maken tussen de losse contacten op Facebook en de leerkracht-leerling-relatie op school. Om de leerkracht-leerling-relatie zuiver te houden zou ik nooit met mijn leerlingen communiceren via facebook, tenzij in een educatieve en begrensde situatie (bijvoorbeeld foto's van een klasuitstap via facebook met de leerlingen delen).
Ik vind wel dat dit een beslissing is die je voor jezelf als leerkracht moet maken. Ik vind niet dat de directie van een school daar de eindbeslissing bij heeft. Ik denk dat je moet rekenen op het 'gezond verstand' van de leerkrachten en hopen dat er op een goede manier wordt omgegaan met de contacten op Facebook.
Waarom heb ik dit artikel gekozen?
Ik heb dit artikel gekozen omdat Facebook momenteel heel populair is en tot de leefwereld van de leerlingen behoort. Ook veel leerlingen van de lagere school hebben een facebookaccount. Ik denk dan ook dat het in de toekomst belangrijk zal zijn om op school tijd vrij te maken om de leerlingen op een correcte manier met Facebook te leren omgaan.
Ik vind het ook belangrijk dat je als leerkracht een duidelijk standpunt inneemt naar je leerlingen toe: 'Neem ik contact met mijn leerlingen via Facebook ja of nee?'